Van onvruchtbaarheid tot profetie

Geen tekst van mijzelf maar van zuster Carmen Notario, van de Zusters van de Christelijke Gemeenschap. De tekst werd oorspronkelijk in het Spaans gepubliceerd op 12 januari 2024. Op 17 januari 2024 publiceerde National Catholic Reporter (https://www.ncronline.org/) de Engelstalige tekst.

Van onvruchtbaarheid tot profetie

Hanna is in het eerste boek Samuël een van de oudtestamentische vrouwen die de belediging belichaamt die onvruchtbaarheid betekende voor vrouwen in de oude Joodse wereld. Het begin beschrijft het verdriet van een vrouw, schijnbaar geliefd bij haar man, maar die zich niet 'compleet' voelt omdat ze mist wat op dat moment voor iedereen essentieel was: haar eigen nakomelingen hebben. 

Deze situatie weerspiegelt die van het volk Israël dat, geliefd door God, vanuit die liefde en relatie niet de verwachte vruchten voortbrengt.

Hannah ervaart de hoon – vanwege haar toestand – van Peninnah, de andere vrouw van haar man, en dit doet haar enorm lijden. We kunnen de profetische dimensie van dit boek nu al voelen, omdat Israël de afwijzing en hoon van andere mensen moet ondergaan om zich met geloof en vertrouwen tot de Heer te kunnen wenden, in de hoop dat de Heer genade zal hebben, net als bij Hanna, en het vruchtbaar zal maken.

Het was zeker moeilijk voor Samuël om Eli te vertellen wat de Heer hem over zichzelf en zijn zonen had geopenbaard, maar het was de waarheid, en dat is het enige wat Eli eiste. Het woord van God worden is onze profetische taak, zowel ‘thuis’ als in onze bedieningen, dat is onze vruchtbaarheid.

Dat is de reden waarom we het land van vaders, dochters, broers hebben verlaten. Sommigen van ons hebben ook de eerste gemeenschap waartoe we behoorden verlaten. Een bekrompen en oppervlakkige kijk zou dit als ontrouw kunnen bestempelen. Als we er dieper op ingaan, kunnen we ontdekken dat het uit trouw is dat iemand de ene structuur verlaat, dat niet helpt om vruchtbaar te zijn, voor een andere. De oproep blijft altijd; de reactie wordt gedurende het hele leven gegeven.

Net zoals Hanna haar last verlicht tegenover God door om een zoon te vragen en te beloven hem voor het leven aan God toe te wijden, kan het volk misschien ook uit zijn onvruchtbaarheid tevoorschijn komen, vertaald in stagnatie en sociale, religieuze en politieke decadentie, en evolueren naar een project van een volk dat meer in overeenstemming is met het project van gerechtigheid en leven waartoe de Heer hen heeft geroepen.

De jonge Samuel, symbool van nieuw leven en het nieuwe tijdperk dat het volk nodig heeft, staat in contrast met de zonen van Eli, een goede priester, maar die niets meer kunnen doen om het religieuze instituut terug te brengen naar zijn oorspronkelijke betekenis. Zijn zonen, die deze instelling belichamen, zondigen tegen de Godsverering, tegen de vrouwen die in het heiligdom dienden en tegen hun vader. Daarom zullen ze worden vernietigd, maar hier houdt het niet op; de geschiedenis herhaalt zich keer op keer.

Daarom is het de moeite waard om ons af te vragen: wat moet er veranderen als we deze kenmerken van decadentie, de betrokkenen of de instellingen en structuren zelf opmerken? In de 21e eeuw zien we opnieuw hoe we afwijken van Gods plan – dat altijd hetzelfde is – en dat we zo moeilijk in de praktijk kunnen brengen wanneer we er andere belangen tegenover stellen.

​In het licht dat Jezus ons laat zien in het Evangelie wordt duidelijk dat alles wat nutteloos is, moet vallen om plaats te maken voor een nieuw leven. Dit gebeurt echter alleen door de verandering van mensen van binnenuit, door het aanvaarden van een nieuw geweten dat voortkomt uit een persoonlijke relatie met God en een openheid voor het nieuwe, hoe uitdagend dat ook mag zijn.

Om deze reden lijkt de figuur van de kleine Samuël, toegewijd aan God, maar die nog veel moet leren en volwassen moet worden, een goed voorbeeld om terug te keren naar de oorspronkelijke roeping, zowel voor jong als oud.

In hoofdstuk 3:1-2 van het boek Samuël lezen we: "Het kind Samuël diende samen met Eli voor de Heer. Het Woord van de Heer was in die tijd zeldzaam en er waren niet veel visioenen."

Het geloof leven zonder zien en horen is heel moeilijk. Het is waar dat het een innerlijke ervaring is, maar de zintuigen helpen ons deze ook te verrijken. Samuël miste, ondanks dat hij bij Eli woonde, veel om de stem van God te onderscheiden. Misschien werd voor hem het woord van God gefilterd door wat zijn leraar hem vertelde.

Hoe goed weten wij, religieuzen, dat roeping een proces is! Het begint met de beslissing om een concrete levensstijl aan te nemen, maar die reactie is slechts het begin van een steeds verfijnder verbondenheid, als we willen dat dit de vrucht is van een liefdesrelatie.

Het is merkwaardig hoe Samuël drie keer de stem van Eli verwart met de stem van God. Het Woord barst van kracht te midden van de duisternis, in de duisternis en in het pas begonnen leven van de jonge Samuël. Hij, die in dienst van Eli heeft gestaan, zal nu in de exclusieve dienst van het Woord staan, niet aan een specifieke gemeenschap of aan onze superieuren in ons geval.

Om deze reden is roeping een proces, een proces van personalisatie en rijping dat volledig verenigd is met ons proces van menselijke rijping. Wij kiezen ervoor om in gemeenschap te leven omdat het volgen van Jezus werkelijkheid wordt door samen te leven, door overgave, door de ontvangen talenten te delen met mijn naasten. Maar uiteindelijk ben ik verantwoordelijk voor wat ik ‘hoor’ en ‘zie’, en daar, in dat geweten dat dagelijks wordt gevormd en gewerkt, ‘komen alleen God en ik binnen’.

Dit is ook waar de verandering van de persoon waar we het eerder over hadden, om de hoek komt kijken, zodat de structuren die niet langer dienen veranderd kunnen worden. Bekering gaat niet altijd van een negatieve houding naar een positieve. Het is niet altijd een kwestie van moraliteit of opoffering ten gunste van de instelling; dit kan een grote misleiding zijn om de onhoudbare realiteit niet onder ogen te zien.